Wie was Antonius Deusing?

Antonius_Deusing._Line_engraving_1688._Wellcome_V0001567.jpg

Antonius Deusing (1612-1666) was een van de eerste hoogleraren in de geneeskunde te Groningen. Bovedien was hij tweemaal rector magnificus, medicus provincialis van Stad en Lande en lijfarts van de Friese stadhouder Willem Frederik. Het is vanwege zijn rijke verdiensten voor Stad, Universiteit en Faculteit dat wij blij en trots zijn om zijn naam te mogen dragen. De locatie van het Universitair Medisch Centrum Groningen aan de Antonius Deusinglaan maakt de cirkel helemaal rond.

Antonius Deusing begint zijn studie aan de academie in Leiden. Aanvankelijk beperkt hij zich tot de filosofie, maar weldra breidt hij zijn studie uit met wiskunde, geneeskunde en oosterse talen als Perzisch, Arabisch en Turks. In 1637 wordt hij doctor in de medicijnen en na zich te hebben voorbereid door middel van het waarnemen van "ziekten bij levendige mensen" begint hij een medische praktijk. Nog geen jaar later wordt Antonius Deusing bovendien geïnaugureerd als professor in de mathesis aan de Latijnse school te Meurs. In 1639 aanvaardt hij een dubbelordinariaat in de fysica en wiskunde aan de academie te Harderwijk. Hij wordt daar tevens stadsgeneesheer en in 1642 combineert hij de professoraten met een hoogleraarschap in de medicijnen.

De in 1614 gestichte Groninger Academie heeft echter grote interesse in de geleerde en in 1646 wordt hij dan ook beroepen als hoogleraar in de geneeskunde. Zijn inaugurele rede op 12 januari 1647 draagt de typerende titel "De idee van de volmaakte arts", ofwel "Dat de beste arts tevens wijsgeer is". Hij is nog maar net benoemd of Harderwijk wil hem terug. Zij zien hem graag zijn oude functies hervatten en wijzen hem zelfs het eerste rectoraat toe. Groningen weigert echter een eervol ontslag, omdat de hogeschool haar hoogleraar en de Stad en Ommelanden hun geneesheer niet kunnen missen.

Ter compensatie wordt zijn salaris dusdanig verhoogd dat Harderwijk, dan financieel in een penibele situatie, geen partij meer is. Voorts wordt Deusing benoemd tot hoogleraar in de filosofie. Vanaf 1648 vervult hij het ambt van medicus provincialis en vanaf datzelfde jaar wordt hij tweemaal rector magnificus van de universiteit. In 1652 benoemt de Friese stadhouder Willem Frederik hem tot zijn lijfarts. In de overtuiging dat de medicus voor de pest niet mag vluchten blijft hij in 1666 in het door de pest besmette Groningen. Nog maar net beroepen in Leiden, overlijdt Antonius Deusing na een leven waarin vele hoge functies op academisch, maatschappelijk en medisch vlak werden vervuld.