Artikelen

Het studentenleven van Jan de Haan

Op een zonnige dag in mei toog ik naar Wolvega waar alumnus Jan de Haan woont en waar hij ook werkte als huisarts.

Jan is student geweest van 1963 tot 1971. Hij werd lid van Vera. Jan kwam van het platteland naar de grote stad. De groentijd bij Vera was voor hem een hele goede tijd, hij was zo druk dat hij geen tijd had voor heimwee en hij maakte er een aantal vrienden. Ook kreeg hij daar een studentenvader waar hij steun aan had. Na de groentijd was Jan snel genezen van het studentenleven, hij studeerde van een beurs en hij moest presteren. Hij bleef wel lid van Vera maar slapend lid.

Jan woonde het allergrootste deel van zijn studententijd (5 jaar) in de J.H. Janssenstraat, daarna ging hij met zijn vrouw Alie naar Zuidhorn, waar Alie een baan als onderwijzeres gevonden had. Jan had een hospita en voelde zich totaal niet vrij, zij lette op alles.  Dat maakte het er voor hem niet makkelijker op. Hij heeft wel overwogen om te verhuizen maar kon geen hogere huur opbrengen.

Als ik vraag wat zijn meest dierbare plek in Groningen was komt enigszins als verrassing als eerste het Station in hem op. Hij ging zijn hele studententijd elke vrijdagmiddag naar huis. Hij was net 17 toen hij begon met de studie en hij was beschermd opgevoed. Hij had veel heimwee, zal veel alleen op zijn kamer te studeren en achteraf gezien had hij wel een coach willen hebben die hem hielp met inburgeren. Er dringt zich bij mij een parallel op met de situatie van veel studenten de afgelopen 2 Coronajaren.

Aan welke plekken heeft Jan bijzondere herinneringen? Hij noemt het Noorderbad, waar hij elke week een keer ging douchen. Verder het APSAZ (huidige UMCG), daar waren de colleges en de meeste coschappen. Verder natuurlijk de J.H. Janssenstraat, waar hij woonde, en het Oosterpark waar hij ging wandelen en voetbal kijken. Later in zijn studietijd ging hij naar de Weeva (Woon En Eetplek Voor Allen).

Hij heeft nog steeds contact met Rein Zwierstra, die hij uit zijn studententijd kent en voorheen had hij nog  contact met 2 studievrienden die inmiddels overleden zijn.

Jan heeft zeker een speciale herinnering aan zijn opleiding: in die tijd werden veel tentamens nog mondeling afgenomen. Hij deed tentamen bij professor Walter (animale fysiologie) en hij zakte. Bij het hertentamen had hij een heel goed gesprek met prof Walter en hij was geslaagd.  Professor Walter was dan ook een voorbeelddocent voor hem, Hij doceerde meer dan fysiologie alleen, hij was ook filosofisch ingesteld. Daarnaast was professor Veeger (gastro-enteroloog) een voorbeelddocent, hij gaf erg goed college.

Welke verhalen vertelt Jan nog wel eens? Net als andere geïnterviewde alumni bezocht Jan niet alle colleges (50%) maar maakte hij met 2 vrienden mbv carbonpapier kopieën die dan verdeeld werden. Verder vertelt hij dat er bij een sectie wel eens iemand flauw viel. Jan had daar gelukkig geen last van, iets waar hij later plezier van had als hij bv hulp moest verlenen bij een ongeval. De stank van formaline (snijzaal) die dagenlang in je neus bleef hangen, zal hij nooit vergeten.

Jan is uiteindelijk huisarts geworden. Aanvankelijk leek dat geen logische keus. Hij liep zijn coschap in Borger maar dat beviel slecht. Hij mocht niet mee met visites, werd vaak de spreekkamer uitgestuurd. Van professor Deen (HAG) moest hij het coschap overdoen. Dat deed hij in ’t Zandt en dat was een fantastische ervaring. Hij was nog een half jaar assistent interne maar dat beviel hem niet goed. Altijd tussen 4 muren en vaak wachten op uitslagen.

In die tijd was je gelijk huisarts als je afstudeerde en Jan kon toen, om een vrijstelling van militaire dienst te krijgen, in 1971 gelijk starten in een kleine praktijk in Scherpenzeel (Fr). De praktijk telde maar 1400 patiënten en het was maar een halve dag werk. Jan ging derhalve hobbyen (vissen en modelbouw). Ook kreeg hij toen belangstelling voor wetenschappelijk onderzoek en zo doende werd hij lid van de commissie wetenschappelijk onderzoek van het NHG. Het viel hem op dat iedereen in die commissie onderzoek deed maar dat niemand promoveerde. Hij besloot dat hij wél onderzoek wilde doen maar dat hij dan ook wilde promoveren. Dat gaf hem ook autoriteit op het gebied van de huisartsenpraktijk. Hij promoveerde in 1986 bij zijn grote leermeester Frans Huygen in Nijmegen. Die  was ook een soort vader voor hem. In 1974 was hij al van Scherpenzeel naar Wolvega verhuisd. Van meet af aan was hij al geboeid door de praktijkorganisatie van de huisartsenpraktijk. Hij ging het land in met zijn verhaal over hoe het anders en beter kon en daarbij ondervond hij de nodige weerstand van conservatieve huisartsen. Hij werd overal voor nascholingsavonden gevraagd en hij schreef ook een boek over praktijkmanagement. Hij kon hoofddocent worden in Groningen (0.5 FTE) maar dat wilde hij niet, hij ging bij het NHG werken naast zijn werk als huisarts in Wolvega en uiteindelijk werd hij in 1996 bijzonder hoogleraar praktijkvoering, eerst met een 0.2 aanstelling, later met een 0.4 aanstelling. Hij was 1x copromotor en 3x promotor en daarnaast had hij nog 2 promovendi die uiteindelijk niet gepromoveerd zijn. Zijn streven was een 0,5 FTE aanstelling met een vaste leerstoel maar hij werd helaas ernstig ziek (hij kreeg een hersenbloeding). Daardoor is hij is 2006 gestopt als hoogleraar én als huisarts. Zijn hele loopbaan heeft hij beschreven in het boek: van dorpsdokter tot hoogleraar. Dit boek is verkrijgbaar bij uitgeverij Elikser te Leeuwarden. Mailen naar jitskekingma@elikser.nl kan ook.

Ik vraag Jan of hij het, terugkijkend weer net zo zou doen. Hij antwoordt bevestigend. Wel vindt hij het jammer dat hij om gezondheidsredenen niet heeft kunnen afmaken wat hij gewild had.

Jan, heb je nog tips voor de opleiding? Nee, Jan is te lang weg bij de opleiding om hierover tips te geven. Wel heeft hij een tip voor de zorg: De patiënt moet meer betrokken worden bij zijn of haar behandeltraject.  De dokter staat nog te veel op een voetstuk. Door dokter Google weet de patiënt soms meer dan de behandelend arts.

Hiermee sluiten we dit boeiende interview af na het maken van een goede foto.

 


Het studentenleven van Aard Beijst
11jul

Het studentenleven van Aard Beijst

Persoonlijk Student geweest van 1968 tot 1976 Lid geweest van VAP 1968 tot 1973 Waar gewoond in Groningen? Boterdiep, Noorderhoogebrug...

Het studentenleven van Henk-Jan Schaafsma.
07jul

Het studentenleven van Henk-Jan Schaafsma.

Persoonlijk Henk-Jan is student geweest van 1971 tot 1978. Hij was lid van Vera. Hij woonde eerst op de Vissersstraat 44a en later had...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen